Inhoud van de pagina
Deze pagina is gewijd aan personen die een pensioen ontvangen.
De gegevens over de pensioenbedragen en de pensioenkloof (afkomstig van het portaal PensionStat.be) zijn verzameld op de pagina Pensioenen van het thema Inkomen.
Definities
De volgende grafiek heeft betrekking op verschillende soorten pensioenen.
- Het rustpensioen (ook ouderdomspensioen genoemd) is het equivalent van het wettelijk pensioen, of de eerste pensioenpijler. Het kan worden gedefinieerd als de periodieke financiële uitkering die de staat aan burgers uitkeert vanaf de wettelijke pensioenleeftijd (of vanaf een lagere leeftijd in geval van vervroegde pensioen) als erkenning voor hun beroepsloopbaan en de sociale bijdragen die tijdens die loopbaan werden betaald. Er kunnen twee bedragen worden toegepast:
- Het ‘bedrag als alleenstaande’ is de meest voorkomende en standaard berekeningswijze van het wettelijk rustpensioen in België en is van toepassing op de meerderheid van de gepensioneerden. Het betreft alleenstaanden (ongehuwden, gescheiden personen, weduwen/weduwnaars of in geval van scheiding van tafel en bed) evenals gehuwden of samenwonenden van wie de partner een pensioen ontvangt of pensioenrechten heeft.
- Het ‘gezinsbedrag’ is een specifieke berekeningswijze van het wettelijk rustpensioen die bedoeld is om een hoger inkomen te waarborgen voor de gepensioneerde wier echtgenoot of echtgenote geen recht heeft op een eigen pensioen of slechts zeer beperkte pensioenrechten heeft.
- Het overlevingspensioen is een sociale zekerheidsuitkering die bedoeld is om het inkomensverlies van de langstlevende echtgenoot of echtgenote na het overlijden van de huwelijkspartner, te compenseren. Er gelden onder meer voorwaarden met betrekking tot de leeftijd en het huwelijksleven.
- De overgangsuitkering, ingevoerd in 2015, is een tijdelijke uitkering van de sociale zekerheid voor de langstlevende echtgenoot of echtgenote na het overlijden van de huwelijkspartner. Ze vervangt het overlevingspensioen voor weduwen en weduwnaars die nog niet voldoen aan de vereiste leeftijdsvoorwaarde om in aanmerking te komen voor het klassieke overlevingspensioen.
Het echtscheidingspensioen en het pensioen als feitelijk gescheiden huwelijkspartner zijn niet opgenomen in de gepresenteerde gegevens. De gegevens met betrekking tot de begunstigden van de inkomensgarantie voor ouderen zijn beschikbaar op de pagina Maatschappelijke integratie.
Alle types pensioenen en uitkeringen samen genomen, vormen vrouwen een lichte meerderheid van de pensioengerechtigden (51,7% in 2024). Het aantal begunstigden stijgt jaar na jaar, iets sterker bij mannen (+ 20,9% sinds 2015) dan bij vrouwen (+ 19,9%).
Mannen en vrouwen genieten steeds vaker van het rustpensioen aan het bedrag als 'alleenstaande':
- Het rustpensioen aan het bedrag als 'alleenstaande' bij gehuwden is het meest voorkomende en neemt toe. Het betreft 37,5% van de vrouwen in 2024 en 46,7% van de mannen. Mannen zijn iets talrijker onder de begunstigden van dit type pensioen (53,8%).
- Het rustpensioen aan het bedrag als ‘alleenstaande’ voor niet-gehuwden is het tweede meest voorkomende en stijgt eveneens. Het betreft 28,1% van de vrouwen en 30,6% van de mannen. Dit type pensioen vertoont bijna geen verschil tussen mannen en vrouwen (50,5% mannen).
Daarentegen zijn er zeer grote verschillen bij de andere pensioentypes:
- Het rustpensioen aan ‘gezinsbedrag’ bij gehuwden is het derde meest voorkomende type pensioen bij mannen, ondanks een daling doorheen de jaren. Zij vormen quasi de totaliteit (98,7%) van de begunstigden van dit type pensioen.
- Het overlevingspensioen, zonder of gecombineerd met een rustpensioen, komt sterk voor bij vrouwen (respectievelijk 11% en 23% van de vrouwelijke begunstigden). Deze twee modaliteiten betreffen in meer dan negen op tien gevallen vrouwen. Terwijl het overlevingspensioen gecombineerd met een rustpensioen stabiel blijft in de tijd, daalt het overlevingspensioen zonder rustpensioen duidelijk.
- De overgangsuitkering betreft een zeer kleine minderheid van personen (net iets meer dan 0%). Vrouwen zijn ruim in de meerderheid onder deze begunstigden (85,6%).
Opmerking: de vermelde percentages zijn berekend op basis van het totale aantal begunstigden van de vermelde soorten pensioenen. Begunstigden van andere soorten pensioen of uitkeringen (echtscheidingspensioen, pensioen als feitelijk gescheiden huwelijkspartner, inkomensgarantie voor ouderen) zijn hierin niet meegerekend.
Er zijn enkele verschillen tussen mannen en vrouwen wat betreft de ‘zuivere’ loopbanen die toegang geven tot een pensioen.
- Vrouwen zijn iets talrijker dan mannen bij de zuivere loopbanen als werknemer (53,4% in 2024) en bij de zuivere loopbanen als ambtenaar (52% in 2023).
- Mannen zijn daarentegen in de meerderheid bij de zuivere loopbanen als zelfstandige (54% in 2024).
De verschillen bij gemengde loopbanen zijn kleiner.
- Vrouwen zijn iets talrijker dan mannen bij gemengde loopbanen van zelfstandige en ambtenaar (51,4%) en bij gemengde loopbanen van werknemer en ambtenaar (51,9%).
- Mannen overheersen licht bij gemengde loopbanen van werknemer en zelfstandige (52%).
- Momenteel is er zeer weinig verschil tussen mannen en vrouwen bij gemengde loopbanen van werknemer, zelfstandige en ambtenaar. Terwijl vrouwen in 2015 nog overwegend aanwezig waren in dit type loopbanen (55,3%), is het aantal mannen sneller gestegen dan dat van vrouwen. In 2024 vertegenwoordigen mannen 50,7% van de personen in deze categorie.
Deze verschillen hangen samen met de vastgestelde verschillen in beroepsstatuut.
-
Het gewaarborgd minimumpensioen is een wettelijk vastgelegd basisbedrag dat bedoeld is om een minimuminkomen te garanderen voor gepensioneerden van wie het pensioen, berekend op basis van hun loopbaan, te laag zou zijn. Onderworpen aan specifieke voorwaarden, voorkomt ze dat het rust- of overlevingspensioen onder een bepaalde drempel zakt.
Vrouwen ontvangen vaker dan mannen het gewaarborgd minimumpensioen. In 2024 vertegenwoordigden zij 57,9% van de begunstigden.
Het aantal begunstigden van het gewaarborgd minimumpensioen is sinds 2019 sterk gestegen, iets sneller bij mannen (+ 55,9%) dan bij vrouwen (+ 47,8%).