
Andere informatie en diensten van de overheid: belgium.beBelgium logo


Gepresenteerde gegevens

Deze pagina behandelt hoofdzakelijk de verschillende steun- en begeleidingsmaatregelen die door de OCMW's worden aangeboden. Deze gegevens zijn uitgesplitst naar geslacht en gezinscategorie van de begunstigden. Er worden drie gezinscategorieën onderscheiden:

  • Samenwonenden: personen die samenwonen met andere personen (met of zonder affectieve band) met wie zij voornamelijk hun huishoudelijke zaken gezamenlijk regelen.
  • Alleenstaanden: personen die alleen wonen en niet onder de andere categorieën vallen; daklozen.
  • Personen die samenwonen met een gezin ten laste: personen die samenwonen met ten minste één minderjarig, ongehuwd kind dat ten laste is.

Er worden ook gegevens gepresenteerd over de begunstigden van de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) en de verhoogde bijstand (VT-statuut).

1 Begunstigden van een leefloon (LL)



Voorstelling van de bijstandsregeling

Het leefloon is een minimuminkomen voor mensen die niet over toereikende bestaansmiddelen beschikken, noch er aanspraak op kunnen maken, noch in staat zijn deze hetzij door eigen inspanningen, hetzij op een andere manier te verwerven. Het leefloon is een geïndexeerd loon, uitbetaald door het OCMW, dat het de begunstigde mogelijk moet maken om een menswaardig leven te leiden.

Sinds 2007 is het aantal mensen dat een leefloon ontvangt gestegen tot 234.051 begunstigden in 2024. Deze stijging was groter bij mannen (+104,2%) dan bij vrouwen (+71,1%). Hoewel vrouwen nog steeds een kleine meerderheid vormen onder de begunstigden, is hun aandeel licht gedaald van 56,6% in 2007 naar 52,2% in 2024.

Het profiel van mannen en vrouwen die een LL ontvangen, verschilt sterk naargelang de gezinssituatie.

  • De helft van de mannen die een beroep doen op het LL (50,6% in 2023) is alleenstaand, gevolgd door samenwonenden (36,5%). Mannen met een gezin ten laste zijn aanzienlijk minder talrijk (slechts 12,9%).
  • Omgekeerd gaat het bij vrouwen die een beroep doen op het LL het vaakst om mensen met een gezin ten laste (39,8%), gevolgd door samenwonenden (31,4%) en alleenstaanden (28,8%).

Dat betekent dat er een duidelijke oververtegenwoordiging is van vrouwen onder de personen met een gezin ten laste die een LL ontvangen: meer dan driekwart van hen (77,2% in 2023) is vrouw.

Merk op dat de stijging in het aantal ontvangers van een LL sinds 2015 zichtbaar is in alle gezinscategorieën, zowel bij mannen als bij vrouwen.

2 Begunstigden van een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI)



Voorstelling van de bijstandsregeling

Een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI) is een schriftelijke overeenkomst tussen een persoon die een leefloon (LL) ontvangt en het OCMW. Hierin worden wederzijdse verbintenissen vastgelegd die gericht zijn op maatschappelijke of professionele integratie.

Sinds 2016 is het GPMI verplicht voor de meeste nieuwe begunstigden van een LL. Het OCMW kan gemotiveerde uitzonderingen maken om redenen van gezondheid of billijkheid. De niet-naleving van het GPMI kan leiden tot schorsing van het LL.

Het aantal begunstigden van een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI) neemt toe, tot 127.773 in 2024, met een klein verschil tussen mannen en vrouwen (51,5% vrouwen).

Die stijging is sinds 2007 als volgt verlopen:

  • Tussen 2007 en 2015 groeide het aantal mensen met een GPMI gestaag, met een iets snellere toename voor mannen dan voor vrouwen. Het aandeel vrouwen, die in de meerderheid zijn bij de begunstigden, daalde daarom licht, van 56,2% naar 53,8%.
  • Tussen 2016 en 2018 is het aantal begunstigden sterk gestegen, omdat het GPMI eind 2016 verplicht werd voor de meeste nieuwe begunstigden. Het aandeel mannen onder de begunstigden is blijven stijgen (tot ongeveer 51%).
  • Tussen 2018 en 2022 is het aantal begunstigden over het algemeen stabiel gebleven (met een opmerkelijke daling in 2020, die verband houdt met de gezondheidscrisis). Sinds 2020 zijn er iets meer vrouwen onder de begunstigden (ongeveer 51%).
  • In 2023 en 2024 steeg het aantal begunstigden opnieuw, zowel bij mannen als bij vrouwen.

Het profiel van mannen en vrouwen met een GPMI verschilt naargelang de gezinssituatie.

  • Bij mannen zijn vooral alleenstaanden (47,7% in 2024) en samenwonenden (41,1%) begunstigden van een GPMI. Er zijn veel minder mannen met een gezin ten laste (10,6%).
  • Bij vrouwen zijn de verschillen minder groot: het zijn vooral samenwonenden (38%) en personen met een gezin ten laste (34,1%) die een GPMI hebben, gevolgd door alleenstaanden (28%).

Dat betekent dat er een duidelijke oververtegenwoordiging is van vrouwen onder de personen met een gezin ten laste met een GPMI: meer dan driekwart van hen (77,3% in 2023) is vrouw.

3 Begunstigden van een equivalent leefloon (ELL)



Voorstelling van de bijstandsregeling

Het equivalent leefloon is financiële steun die het OCMW toekent aan personen die geen recht hebben op een leefloon (omdat ze niet aan alle vereiste voorwaarden voldoen), maar die zich wel in een vergelijkbare noodsituatie bevinden.

Er zitten sinds 2007 flink wat schommelingen in het aantal mannen en vrouwen dat het equivalent leefloon (ELL) ontvangt. In 2024 ging het om 42.715 begunstigden, grotendeels (63,5%) vrouwen.

Die schommelingen zagen er als volgt uit:

  • Tussen 2007 en 2011 daalde het aantal begunstigden eerst om daarna te stijgen. Mannen waren in de meerderheid met 59,1% van de begunstigden in 2011.
  • Tussen 2011 en 2017 was er een scherpe daling van het aantal begunstigden. Die daling was meer uitgesproken voor mannen dan voor vrouwen, waardoor vrouwen in 2017 in de meerderheid waren bij de begunstigden van een ELL.
  • Tussen 2017 en 2021 bleef het aantal begunstigden stabiel, met een lichte meerderheid vrouwen (ongeveer 53%).
  • In 2022 steeg het aantal begunstigden sterk, vooral onder vrouwen. Die stijging kan in verband worden gebracht met de komst van mensen die de oorlog in Oekraïne zijn ontvlucht en tijdelijke bescherming hebben gekregen in België. Destijds vertegenwoordigden vrouwen twee derde van de begunstigden.
  • Tussen 2022 en 2024 steeg het aantal begunstigden licht onder mannen (15.581 begunstigden) en daalde het licht onder vrouwen (27.134 begunstigden). Vrouwen zijn echter nog altijd duidelijk in de meerderheid (63,5% in 2024).

Het profiel van mannen en vrouwen met een ELL verschilt naargelang de gezinssituatie.

  • Bij mannen zijn samenwonenden goed voor bijna de helft van de begunstigden (47,4% in 2024). Alleenstaanden vertegenwoordigen een derde van de begunstigden (34,5%). Mannen met een gezin ten laste zijn in de minderheid (18,1%).
  • Bij vrouwen zijn de percentages samenwonenden (39,3%) en personen met een gezin ten laste (37,5%) vergelijkbaar, terwijl er minder alleenstaanden zijn (23,3%).

Dat betekent dat er een duidelijke oververtegenwoordiging is van vrouwen onder de personen met een gezin ten laste die een ELL ontvangen: meer dan driekwart van hen (79,4% in 2023) is vrouw.

4 Begunstigden van een socio-professionele vrijstelling (SPI)



Voorstelling van de bijstandsregeling

De socio-professionele vrijstelling (SPI) is een door het OCMW toegekend mechanisme dat ontvangers van een leefloon die beginnen te werken of een beroepsopleiding volgen, laat genieten van een gedeeltelijke vrijstelling van hun beroepsinkomsten voor de berekening van het LL, et dit voor een totaal van 3 jaar over een periode van 6 jaar.

Het aantal begunstigden van een socio-professionele vrijstelling (SPI) stijgt sinds 2007. Die stijging, eerst relatief tussen 2007 en 2013 en daarna zeer uitgesproken sinds 2014, was sneller voor mannen dan voor vrouwen. Mannen vormden in eerste instantie een minderheid van de begunstigden (42,5% in 2007), maar hun aandeel is in de loop van de jaren toegenomen en vanaf 2016 zijn ze in de meerderheid. In 2024 zijn er 28.454 begunstigden, waarvan 53,6% mannen.

Het profiel van mannen en vrouwen met een SPI verschilt naargelang de gezinssituatie.

  • Bij mannen is meer dan de helft van de begunstigden alleenstaand (54,3% in 2024). Iets minder dan een derde van de begunstigden is samenwonende (30,5%), terwijl mannen met een gezin ten laste het minst talrijk zijn (15,2%).
  • Bij vrouwen is bijna de helft van de begunstigden een persoon met een gezin ten laste (43,4%). Alleenstaanden en samenwonenden vertegenwoordigen respectievelijk 31,6% en 25% van de begunstigden.

Dat betekent dat er een duidelijke oververtegenwoordiging is van vrouwen onder de personen met een gezin ten laste die een SPI ontvangen: meer dan driekwart van hen (71,4% in 2023) is vrouw.

5 Begunstigden van een installatiepremie (IP)



Voorstelling van de bijstandsregeling

De installatiepremie is een premie die de OCMW's toekennen aan daklozen die een woning hebben gevonden en aan bepaalde voorwaarden voldoen.

Het aantal begunstigden van een installatiepremie is in de loop van de jaren over het algemeen gestegen, tot 13.246 in 2024. Mannen zijn daarbij in de meerderheid (57,8% in 2024).

Het profiel van mannen en vrouwen die een installatiepremie ontvangen, verschilt sterk naargelang de gezinssituatie.

  • Bij mannen zijn alleenstaanden veruit de gezinscategorie die het vaakst een installatiepremie ontvangt. Zij zijn alleen al goed voor meer dan de helft (54% in 2024) van alle begunstigden van een installatiepremie en de overgrote meerderheid (82,5%) van de mannelijke begunstigden. Er zijn veel minder samenwonenden en personen met een gezin ten laste (respectievelijk 9,8% en 7,7% van de mannelijke begunstigden).
  • Bij vrouwen zijn de personen met een gezin ten laste en alleenstaanden de twee meest voorkomende gezinscategorieën (respectievelijk 45,6% en 44,7% van de vrouwelijke begunstigden). Het gaat bij vrouwen veel minder vaak om samenwonenden (9,7%).

Dat betekent dat er een duidelijke oververtegenwoordiging is van vrouwen onder de personen met een gezin ten laste met een IP: meer dan driekwart van hen (75,8% in 2023) is vrouw.

6 Begunstigden van de inkomensgarantie voor ouderen (IGO)



Voorstelling van de bijstandsregeling

De inkomensgarantie voor ouderen (IGO) is een individueel recht dat wordt toegekend aan mensen die de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt en onvoldoende bestaansmiddelen hebben. Dit is geen pensioen, maar een aanvullende sociale uitkering voor ouderen met een laag inkomen. De toekenning is niet afhankelijk van de betaalde bijdragen; de IGO wordt verleend na onderzoek van de persoonlijke bestaansmiddelen en die van het huishouden waar de begunstigde deel van uitmaakt.

Het aantal begunstigden van de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) steeg licht tussen 2015 en 2024, tot 114.831 begunstigden. Vrouwen vertegenwoordigen twee derde van de begunstigden (64,6% in 2024).

7 Begunstigden van de verhoogde tegemoetkoming ​​voor gezondheidszorg (VT-statuut)



Voorstelling van de bijstandsregeling

De verhoogde tegemoetkoming voor gezondheidszorg (VT-statuut) is een regeling waarmee mensen met een laag inkomen een hogere terugbetaling van hun gezondheidszorg en medicijnen kunnen ontvangen.

Het aantal mensen met een verhoogde tegemoetkoming voor gezondheidszorg (VT-statuut) is licht gestegen tussen 2015 en 2017 en tussen 2021 en 2023. In 2023 waren er 2.225.027 begunstigden, overwegend vrouwen (56,3%).

Het profiel van mannen en vrouwen met een verhoogde tegemoetkoming voor gezondheidszorg (VT-statuut) toont een vergelijkbare verdeling volgens statuut. Gerechtigden zijn goed voor bijna twee derde van de begunstigden (63,8% van de mannen in 2024; 62,3% van de vrouwen), terwijl personen ten laste goed zijn voor het resterende derde (36,2% van de mannen; 37,7% van de vrouwen).

1Begunstigden van een leefloon (LL)2Begunstigden van een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI)3Begunstigden van een equivalent leefloon (ELL)4Begunstigden van een socio-professionele vrijstelling (SPI)5Begunstigden van een installatiepremie (IP)6Begunstigden van de inkomensgarantie voor ouderen (IGO)7Begunstigden van de verhoogde tegemoetkoming ​​voor gezondheidszorg (VT-statuut)

Verken andere subthema

Bekijk ook de andere pagina over dit thema voor een completer beeld.

1 grafiek

Armoede

40,4% - aandeel eenoudergezinnen met risico op armoede of sociale uitsluiting

40,4%

aandeel eenoudergezinnen met risico op armoede of sociale uitsluiting

Openen
NieuwsOver onsFAQNuttige links

Contact

  • Contactformulier
  • igvm.be
  • genderstat@igvm.be
  • 02 233 44 00
  • Victor Hortaplein 40 1060 Brussel


Ontdek de thema's

  • Bevolking
  • Betaalde arbeid
  • Tijdsbesteding en balans werk-privé
  • Inkomen
  • Sociale zekerheid
  • Maatschappelijke integratie en armoede
  • Vertegenwoordiging en besluitvorming
  • Gezondheid
  • Gendergerelateerd geweld
  • Criminaliteit en veiligheid
  • Discriminatie
  • Mobiliteit
  • Digitale technologie
  • Asiel en migratie
  • Transgender, non-binaire & intersekse personen
  • Bevoegdheden van de deelstaten
  • © 2025 GenderStat.be
  • Contactformulier
  • Privacy en gebruiksvoorwaarden
  • Cookie instellingen
  • Cookiebeleid
  • Toegankelijkheidsverklaring
  • Created by Bits of Love