In België worden verschillende officiële armoede-indicatoren gepubliceerd. Deze zijn voornamelijk afkomstig uit de Enquête naar inkomsten en levensomstandigheden (EU-SILC) die in België door Statbel wordt uitgevoerd en die kaderen in de opvolging van de internationale en Europese doelstellingen inzake armoedebestrijding, met name de Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling nr. 1 van de Verenigde Naties en de sociale doelstellingen van de Europese Unie 2030 zoals vastgelegd in het Actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten. 

Deze armoede-indicatoren kunnen worden geraadpleegd via dit dashboard van Statbel en op het platform indicators.be.

Deze armoede-indicatoren zijn uitgesplitst naar geslacht. In overeenstemming met de traditionele benadering van armoede worden ze echter berekend op basis van het beschikbare inkomen op het niveau van het huishouden, dat als basisentiteit wordt beschouwd. Personen die als “arm” worden beschouwd, zijn dus personen die deel uitmaken van huishoudens die als “arm” worden aangemerkt, ongeacht hun persoonlijk inkomen. Deze benadering veronderstelt dat het inkomen wordt samengevoegd en gelijk verdeeld onder de leden van het huishouden.

Er is echter aangetoond dat deze benadering de armoede van mannen overschat en die van vrouwen onderschat. In België werd in 2011 in het kader van het BGIA-project een studie uitgevoerd om het individuele inkomen van mannen en vrouwen te onderzoeken, en de risico's op armoede of afhankelijkheid die zij persoonlijk lopen te beoordelen. Deze studie was het resultaat van een samenwerking tussen het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, het Directoraat-generaal Statistiek en Economische Informatie (nu Statbel) en het Federaal Wetenschapsbeleid. Deze studie bracht zeer grote genderongelijkheden aan het licht. Ze werd in 2019 door Statbel herhaald.

We onderzoeken de mogelijkheid om op deze pagina gegevens te publiceren waarmee de armoede van vrouwen en mannen nauwkeuriger kan worden beoordeeld.

"Risico op armoede of sociale uitsluiting", afgekort AROPE (At Risk Of Poverty or social Exclusion), verwijst naar de situatie waarin personen met minstens één van de drie volgende armoederisico’s worden geconfronteerd:

• Monetaire armoede (het feit dat een individu deel uitmaakt van een huishouden met een beschikbaar inkomen lager dan 60% van het mediane huishoudinkomen van de bevolking);
• Ernstige materiële en sociale deprivatie (het feit dat een individu leeft in een huishouden dat zich om financiële redenen minstens 7 van een lijst van 13 materiële goederen of sociale activiteiten niet kan veroorloven);
• Zeer lage werkintensiteit (het feit dat een individu leeft in een huishouden waarvan de leden op beroepsactieve leeftijd minder dan 20% van hun potentieel hebben gewerkt in de afgelopen 12 maanden).

Het AROPE-percentage komt overeen met het aandeel personen dat risico loopt op armoede of sociale uitsluiting binnen de bevolking. Het is de belangrijkste indicator voor het opvolgen van de doelstelling van de EU 2030-strategie inzake armoede en sociale uitsluiting.