Bron en methodologische toelichting
De gegevens op deze pagina zijn afkomstig uit de Enquête naar de arbeidskrachten uitgevoerd door Statbel. Het gaat niet om 'absolute' cijfers, maar om benaderingen op basis van de extrapolatie van een aselecte steekproef van de Belgische bevolking. Als de geschatte populatie geen omvang van 5.000 personen bereikt, moeten de gegevens met de grootste voorzichtigheid worden geïnterpreteerd. De waarde 0 betekent dat er geen enkele persoon met de weergegeven kenmerken kon worden bevraagd.
Daarbij komt dat deze reeksen methodologische breuken bevatten als gevolg van herzieningen van de vragenlijst of wijzigingen in de gehanteerde definities. Vergelijkingen vóór en na deze breuken moeten daarom met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd.
Definities
Arbeidsmarktsegregatie verwijst naar de verschillende verdeling van vrouwen en mannen over diverse sectoren en soorten banen. Er worden twee soorten arbeidsmarktsegregatie onderscheiden:
- Horizontale segregatie verwijst naar de concentratie van vrouwen en mannen in verschillende sectoren en beroepen. Deze verdeling is een van de factoren die de verschillen in loon en werkregime en arbeidsduur tussen mannen en vrouwen verklaren.
- Verticale segregatie verwijst naar de hiërarchie van de beklede functies. Vrouwen zijn over het algemeen oververtegenwoordigd in de minder gekwalificeerde functies (plakkende vloer) en ondervertegenwoordigd in leidinggevende functies of functies met een hoge verantwoordelijkheid (glazen plafond). De beschikbare gegevens hierover worden gepresenteerd in het thema Vertegenwoordiging en besluitvorming.
De verdeling per economische sector laat zien dat vrouwen vooral in de dienstensector werken (90%), terwijl mannen meer verdeeld zijn over de dienstensector (67,5%) en de industrie (30,1%).
De primaire sector en extraterritoriale organisaties hebben een kleine minderheid van het aantal werknemers.
De verdeling per sector (NACE-afdeling) onder werknemers varieert sterk in functie van gender.
De sectoren waar voornamelijk vrouwen werken, zijn:
- Q - Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening, die alleen al bijna een kwart van de vrouwelijke werknemers (24,4%) in dienst heeft;
- P - Onderwijs (15,9%);
- G - Groot- en detailhandel; reparatie van auto's en motorfietsen (11,2%);
- O - Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen (10,3%).
De sectoren waarin voornamelijk mannen werken, zijn:
- C - Industrie (18,1%);
- G - Groot- en detailhandel; reparatie van auto's en motorfietsen (12,8%);
- F - Bouwnijverheid (9,6%);
- H - Vervoer en opslag (9,5%).
De sectoren met het hoogste percentage vrouwen zijn:
- T - Huishoudens als werkgever; niet-gedifferentieerde productie van goederen en diensten door huishoudens voor eigen gebruik (ongeveer 86,7% vrouwen, maar het aantal werknemers is minder dan 5000);
- Q - Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (79,9% vrouwen);
- P - Onderwijs (70,2% vrouwen).
Omgekeerd zijn de sectoren met het hoogste percentage mannen:
- B - Winning van delfstoffen (ongeveer 96,3% mannen, maar het aantal werknemers is minder dan 5000);
- F - Bouwnijverheid (88,5% mannen);
- E - Distributie van water, afval- en afvalwaterbeheer en sanering (80,2% mannen).
De verdeling van beroepsgroepen naar gender in België wijst op een aanhoudende segregatie, ondanks bepaalde veranderingen.
De beroepsgroepen met het grootste aandeel mannen in 2024 zijn:
- Ambachtslieden: 93,7% mannen
- Bedieners van machines en installaties, assembleurs: 88,5% mannen
- Beroepen bij de strijdkrachten: 84,5% mannen
- Geschoolde landbouwers, bosbouwers en vissers: 79,8% mannen
- Managers: 65,8% mannen
Omgekeerd zijn de beroepsgroepen met het hoogste percentage vrouwen in 2024:
- Dienstverlenend personeel en verkopers: 64,6% vrouwen
- Administratief personeel: 62,4% vrouwen
- Elementaire beroepen: 59,1% vrouwen
De volgende twee beroepsgroepen vertonen in 2024 een relatief evenwichtige verdeling tussen mannen en vrouwen:
- Intellectuele, wetenschappelijke en artistieke beroepen: 53,8% vrouwen
- Technici en verwante beroepen: 51,8% mannen
De volgende grafiek presenteert de top 10 van beroepen bij mannen en vrouwen. De top 100 van deze beroepen kan worden gedownload via Statbel.
- Bij vrouwen zijn de tien meest voorkomende beroepen in 2024 sterk geconcentreerd in de sectoren administratie, zorg, onderwijs, schoonmaak en handel. De beroepen van administratief medewerker, huishoudelijke hulp, verkoper, schoonmaker, leerkracht in het secundair onderwijs, leerkracht in het lager onderwijs en verpleegkundige tellen elk tussen de 60.000 en 140.000 vrouwen, wat wijst op een sterke vervrouwelijking van ondersteunende en zorgfuncties. Deze concentratie wijst op een gendergerelateerde arbeidsverdeling, waarbij vrouwen voornamelijk relationele beroepen uitoefenen.
- Bij mannen zijn de meest voorkomende beroepen voornamelijk te vinden in de technische, logistieke, bouw- en IT-sector. De functies van vrachtwagenchauffeur, magazijnmedewerker, monteur, elektricien, magazijnmedewerker en softwareontwikkelaar tellen elk tussen de 40.000 en 55.000 mannen. Deze verdeling onderstreept de specialisatie van mannen in technische en fysieke beroepen.