Bron en methodologische toelichting
De gegevens op deze pagina zijn afkomstig uit de Enquête naar de arbeidskrachten uitgevoerd door Statbel. Deze reeksen bevatten methodologische breuken als gevolg van herzieningen van de vragenlijst of wijzigingen in de gehanteerde definities. Vergelijkingen vóór en na deze breuken moeten daarom met de nodige voorzichtigheid worden geïnterpreteerd.
Het gebruik van atypisch werk onder loontrekkenden in België varieert licht tussen vrouwen en mannen.
- Zaterdagwerk komt iets vaker voor bij vrouwen (18,6% van de werkneemsters in 2024) dan bij mannen (16,5%). Het is in stijgende lijn sinds 1992.
- Zondagwerk is eveneens heel licht meer verspreid bij vrouwen (11,2% van de werkneemsters in 2024) dan bij mannen (9,4%). Ook dit neemt toe.
- Nachtwerk komt daarentegen vaker voor bij mannen (4,4% van de werknemers in 2024) dan bij vrouwen (2,1%). Het gebruik van nachtwerk is licht gedaald tussen 1992 en 2013 en is sinds een tiental jaar stabiel.
- is eveneens vaker aanwezig bij mannen (15,3% van de werknemers in 2024) dan bij vrouwen (10,1%). De evolutie wordt gekenmerkt door een plotse stijging en daling, moeilijk te interpreteren omdat deze jaren overeenkomen met breuken in de reeks van de enquête.
In het geheel zijn de vastgestelde verschillen tussen mannen en vrouwen stabiel, wat wijst op een licht verschillende blootstelling aan atypische werktijden.
Definitie
Onder thuiswerk vallen telewerk (zie volgend punt) en andere vormen van thuiswerk.
Thuiswerk heeft de afgelopen drie decennia een sterke groei doorgemaakt, met een piek in de voorbije jaren als gevolg van de ontwrichtingen veroorzaakt door de gezondheidscrisis.
Vrouwen werken iets vaker thuis dan mannen, wat zowel kan wijzen op familiale verplichtingen als op een concentratie in sectoren die beter verenigbaar zijn met dit type werk. In 2024 deed 21,8% van de werkneemsters en 19% van de werknemers occasioneel aan thuiswerk (minstens 1 uur en minder dan 50% van de gewerkte dagen tijdens de referentiemaand). 11,7% van de werkneemsters en 9,7% van de werknemers deed dit intensief (50% of meer van de gewerkte dagen tijdens de referentiemaand).
Definitie
Het telewerk, gedefinieerd in CAO nr. 85 van de NAR, is een vorm van organisatie en/of uitvoering van het werk waarbij gebruik wordt gemaakt van informatietechnologie in het kader van een arbeidsovereenkomst, waarbij een taak die ook op de bedrijfslocatie van de werkgever zou kunnen worden uitgevoerd, regelmatig en niet incidenteel buiten die bedrijfslocatie wordt uitgevoerd.
Telewerk is een van de vormen die thuiswerk kan aannemen. Het komt iets vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. In 2024 deed 10,4% van de werkneemsters en 9,7% van de werknemers occasioneel aan telewerk (minstens 1 uur en minder dan 50% van de gewerkte dagen tijdens de referentiemaand) en 7,5% van de vrouwen en 6,5% van de werknemers deed dit intensief (50% of meer van de gewerkte dagen tijdens de referentiemaand).