Wettelijk kader
Thematisch verlof is een vorm van loopbaanonderbreking die werkneemsters en werknemers in de privésector en, onder bepaalde voorwaarden, in de openbare sector, de kans geeft om hun activiteit tijdelijk te verminderen of te onderbreken om zorgtaken op zich te nemen.
Thematische verloven worden uitbetaald door de RVA en tellen mee in de berekening van het pensioen. Ze kunnen voltijds of deeltijds worden opgenomen (halftijds, 1/5 of zelfs 1/10, afhankelijk van het soort verlof).
Er bestaan vier soorten thematisch verlof:
- Ouderschapsverlof werd van kracht in 1998. Hiermee kunnen ouders van kinderen tot 12 jaar hun werktijd tijdelijk onderbreken of verminderen om voor hun kind te zorgen. Dit verlof kan worden opgenomen voor 4 maanden (voltijds), 8 maanden (halftijds), 20 maanden (onderbreking met 1/5) of 40 maanden (onderbreking met 1/10). Het verlof kan ook worden opgesplitst in maandelijkse en wekelijkse perioden.
- Verlof voor medische bijstand werd ook in 1998 ingevoerd. Het stelt werknemers en werkneemsters in staat hun werktijd tijdelijk verminderen of opschorten om medische bijstand te verlenen aan een gezinslid of familielid tot in de tweede graad, dat aan een ernstige ziekte lijdt.
- Palliatief verlof werd reeds in 1995 ingevoerd. Met dit verlof kunnen werkneemsters en werknemers hun prestaties tijdelijk opschorten of verminderen om palliatieve zorgen te verstrekken aan iemand die lijdt aan een ongeneeslijke ziekte en terminaal is.
- Verlof voor mantelzorg is sinds 2020 het nieuwste thematische verlof. Het stelt werknemers en werkneemsters die door hun ziekenfonds als mantelzorger erkend zijn in staat om hun arbeidsprestaties tijdelijk op te schorten of te verminderen. Dit verlof dient om permanente of regelmatige hulp of bijstand te verlenen aan een persoon die kwetsbaar is wegens hoge leeftijd, gezondheidstoestand of handicap. Het hoeft daarbij niet om een familie- of gezinslid te gaan.
Het succes van de verschillende thematische verloven verschilt sterk tussen mannen en vrouwen.
- Het ouderschapsverlof met uitkeringen is veruit de meest gebruikte vorm van thematisch verlof, waarbij het aantal begunstigden gestaag toeneemt (de piek in 2020 is gekoppeld aan het corona-ouderschapsverlof). Het aandeel mannen onder de begunstigden neemt elk jaar toe, maar vrouwen maken nog steeds 62,4% uit van de begunstigden.
- Het medische bijstandsverlof met uitkering is de op één na populairste optie. Het aantal begunstigden neemt over het algemeen toe, maar er is een lichte daling te zien in 2024. Het gaat bij 70% van de begunstigden van dit verlof om een vrouw.
- In vergelijking gaat het bij het palliatief verlof met uitkering en het zorgverlof voor mantelzorgers met uitkering om veel minder begunstigden, zo'n 300 per jaar, vooral vrouwen (respectievelijk 69,9% en 73,2% in 2024). Het verlof zonder uitkering, dat ook in de statistieken is opgenomen, wordt dan iets vaker door mannen gebruikt (54,8%).
Er zijn significante verschillen tussen het gebruik van de verschillende vormen van ouderschapsverlof door vrouwen en mannen.
- Bij vrouwen werd de formule van vermindering van de arbeidstijd met 1/5 in bijna de helft (46,5%) van de gevallen gebruikt. De andere drie formules (volledige onderbreking, halftijds en vermindering met 1/10) worden elk gebruikt door 15 tot 20% van de begunstigden.
- Bij mannen werd de formule van vermindering van de arbeidstijd met 1/5 in iets meer dan de helft (54,3%) van de gevallen gebruikt. Ook de vermindering met 1/10, die in 2019 werd ingevoerd, is een groot succes (28,4% van de begunstigden). Minder dan 10% van de begunstigden gebruikt de formules voor halftijdse en volledige onderbreking. Het zijn dus de kleinste prestatieverminderingsbreuken die het populairst zijn bij mannelijke werknemers en die daardoor de meest evenwichtige verdeling tussen mannen en vrouwen hebben.
Er zijn verschillen tussen mannen en vrouwen bij de onderbreking die wordt ingezet voor verlof voor medische bijstand.
- Bij vrouwen gebruikt de helft (52,3%) van de begunstigden de optie van halftijds werk. De vermindering van de arbeidstijd met 1/5 komt op de tweede plaats (38,2%), gevolgd door volledige onderbreking (9,6%).
- Bij mannen is een vermindering van de arbeidstijd met 1/5 duidelijk de populairste optie (69,9%). Daarna volgen halftijds werk (21,9%) en een volledige onderbreking (8,2%). Ook hier zien we dus dat de kleinere onderbrekingen populairder zijn bij mannen.