Inleiding
- Seksueel geweld omvat elke seksuele daad die tegen iemands wil wordt uitgevoerd. Deze handeling kan door eender welke persoon gesteld worden ongeacht de relatie tot het slachtoffer, en in elke mogelijke context.
- Seksueel geweld kan zich uiten in verschillende vormen:
- Onder hands-off seksueel geweld wordt seksueel gedrag begrepen waarbij er geen fysieke aanrakingen plaatsvinden. Het kan gaan om seksueel getinte beledigingen, seksuele intimidatie (bijvoorbeeld op straat of op de werkvloer), vormen van digitaal seksueel geweld (zoals het ongevraagd sturen van , het maken en verspreiden van zonder toestemming, iemand via de webcam begluren...).
- Hands-on seksueel geweld omvat de seksuele gedragingen waarbij er wel fysiek contact is. Het kan gaan over betastingen, iemand ongewenst zoenen of verkrachting. Het kan plaatsvinden binnen of buiten een relatie, en de dader is vaak iemand die het slachtoffer kent, zoals een partner, familielid, collega of leerkracht.
- De aanpak van seksueel geweld vereist gespecialiseerde en multidisciplinaire zorg. In België kunnen slachtoffers terecht bij de Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG), die multidisciplinaire zorg aanbieden. Elk centrum beschikt over een speciaal opgeleid team dat medische zorg, psychologische ondersteuning en forensisch onderzoek combineert. Slachtoffers kunnen er ook, indien gewenst, aangifte doen bij de politie. De ZSG’s zijn 24/7 bereikbaar en zijn een samenwerking tussen ziekenhuizen, politie en justitie om slachtoffers op een veilige en respectvolle manier te begeleiden.
11,5% van de vrouwen werd op een bepaald moment in hun leven het slachtoffer van seksueel geweld door een niet-partner (dit wil zeggen, door iemand anders dan hun partner). Bij 5,4% van de vrouwen die slachtoffer werden ging het om verkrachting of poging tot verkrachting, en bijna 1 op 10 vrouwelijke slachtoffers (9,8%) werd het slachtoffer van andere vormen van seksueel geweld dan verkrachting of poging tot verkrachting.
Onderstaande grafiek geeft meer informatie weer over de kenmerken van daders bij seksueel niet-partnergeweld.
Voor ongeveer 2 op de 3 vrouwen die het slachtoffer zijn geweest van seksueel geweld door een niet-partner was de dader of waren de daders (54%), of minstens één van de daders (11,4%), iemand die ze kenden.
Bij bijna 1 op de 3 vrouwelijke slachtoffers van seksueel geweld (31,2%) was de dader, of ten minste één van de daders, een verre kennis (‘een andere bekende’). Daarnaast gaf bijna 1 op de 5 vrouwelijke slachtoffers (20,3%) aan dat het geweld werd gepleegd door een ‘vriend’. In 13,7% van de gevallen was een familielid betrokken als dader of medepleger van seksueel geweld. 7,6% van de vrouwelijke slachtoffers gaf aan dat een leidinggevende verantwoordelijk was voor het geweld dat zij hadden meegemaakt.
Bijna alle vrouwelijke slachtoffers van seksueel niet-partnergeweld rapporteerden dat minstens één mannelijke dader betrokken was (97,9%) of dat het geweld uitsluitend door mannen gepleegd werd (95,9%).
Ongeveer 3 op 4 vrouwelijke slachtoffers geeft aan dat de feiten van seksueel geweld door een niet-partner eenmalig plaatsvonden (75% voor (poging) tot verkrachting en 78,7% voor andere vormen van seksueel geweld). Bijna 1 op 4 van de vrouwelijke slachtoffers meldde dat minstens één van de daders feiten pleegde die na verloop van tijd werden herhaald (25% voor (poging) tot verkrachting en 21,3% voor andere vormen van seksueel geweld).