Definities
- Een persoon is transgender wanneer diens genderidentiteit niet (helemaal) overeenkomt met het geslacht of het gender dat hen bij de geboorte werd toegewezen.
- Een non-binaire persoon beleeft een genderidentiteit die niet (volledig) vrouwelijk of mannelijk is, een combinatie van de twee is, of geen van beide.
- Een persoon die aan crossdressing doet, is iemand die kleding draagt die traditioneel met een ander geslacht wordt geassocieerd, of dat nu is om zich te uiten, als spel, voor kunst of voor het plezier, zonder dat dit noodzakelijkerwijs een transidentiteit impliceert.
Meer informatie hierover is te vinden op de website van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.
Bronnen en beperkingen van de gegevens
De gegevens op deze pagina zijn afkomstig uit drie enquêtes die door het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen zijn gehouden onder trans- en/of non-binaire personen:
- 2009: eerste baanbrekende studie (gebaseerd op gegevens verzameld in 2007) waaraan 244 personen hebben deelgenomen.
- 2018: tweede studie (gebaseerd op gegevens verzameld in 2017), tien jaar na de eerste studie uitgevoerd om de evolutie in de situatie van transpersonen te onderzoeken, na het verkrijgen van nieuwe rechten en bescherming. 534 personen namen deel aan deze tweede studie.
- 2025: derde studie (gebaseerd op gegevens verzameld in 2024) die een vergelijking mogelijk maakt na de invoering van de Transgenderwet en een specifiek onderdeel bevat over non-binaire personen. In totaal hebben 975 personen de vragenlijst ingevuld, waaronder 378 non-binaire personen.
Het aantal respondenten van deze enquêtes is in de loop der jaren toegenomen, wat gedeeltelijk de evolutie van de gegevens op deze pagina verklaart. Het is belangrijk op te merken dat de resultaten van deze studies niet het totale aantal transpersonen in België weerspiegelen en niet representatief zijn voor al hun ervaringen, maar een overzicht bieden van de trends die bij de deelnemers aan de enquêtes zijn waargenomen.
De gegevens op deze pagina vormen een selectie van de gegevens uit deze enquêtes, met name op basis van hun vergelijkbaarheid tussen de verschillende edities. Het wordt ten zeerste aanbevolen om de studies te raadplegen voor een beter begrip van het onderwerp.
We willen ook verduidelijken dat de jaren die in de gegevens worden vermeld, overeenkomen met de jaren waarin de gegevens zijn verzameld, en niet met de jaren waarin de enquêtes zijn gepubliceerd.
De onderstaande grafiek toont de geslachtstoewijzing van de deelnemers aan de drie onderzoeken.
- In 2007 was de meerderheid van de deelnemers toegewezen aan het mannelijke geslacht (176), 65 personen waren toegewezen aan het vrouwelijke geslacht en 3 personen waren toegewezen aan het intersekse geslacht.
- In 2017 waren de respondenten voornamelijk toegewezen aan het mannelijke geslacht (329). 205 personen waren toegewezen aan het vrouwelijke geslacht.
- In 2024 was de meerderheid van de deelnemers toegewezen aan het vrouwelijke geslacht (516). 341 personen waren toegewezen aan het mannelijke geslacht.
De toename van het aantal respondenten ging dus gepaard met een toename van het aandeel respondenten dat bij de geboorte was toegewezen aan het vrouwelijke geslacht.
De volgende grafiek toont de opgegeven genderidentiteit van de respondenten.
- In 2017 identificeerde bijna de helft van de deelnemers aan het onderzoek zich als transvrouw (46,6%). 26,4% identificeerde zich als transman en 20,4% identificeerde zich als non-binair.
- In 2024 waren non-binaire personen (GNB) de grootste groep onder de respondenten (38,8%). Het aandeel transmannen is licht gestegen (29,2%), terwijl het aandeel transvrouwen sterk is gedaald (26,4%).
Deze cijfers illustreren een evolutie in de diversiteit van genderidentiteiten en wijzen op een grotere zichtbaarheid van transmannen en non-binaire personen.
De onderstaande grafiek toont de gemiddelde leeftijd waarop de ondervraagden aangeven zich bewust te zijn geworden van het feit dat ze trans, non-binair of crossdresser zijn.
- In alle drie de enquêtes geven transmannen aan dat ze zich eerder bewust werden van hun transidentiteit dan transvrouwen. Er is ook een duidelijke daling te zien in de gemiddelde leeftijd waarop mensen zich bewust worden van hun transidentiteit: in 2007 gebeurde dit vaak op volwassen leeftijd, terwijl dit in 2017 en 2024 vooral in de puberteit gebeurt. De gemiddelde leeftijd is echter lager in 2017 dan in 2024.
- Non-binaire personen (GNB) volgen een vergelijkbare trend, met een eveneens vroegere bewustwording in recente enquêtes.
- Personen die aan crossdressing doen geven gemiddeld een latere bewustwording aan dan andere groepen.
De respondenten die in de afgelopen twee jaar in loondienst waren, zelfstandig werkten of op zoek waren naar werk, meldden situaties die zij op het werk of op de arbeidsmarkt hadden meegemaakt.
In 2024 waren de meest gemelde gebeurtenissen:
- (43,5% van de antwoorden varieerde van ‘soms’ tot ‘altijd’);
- ongepaste nieuwsgierigheid (42%);
- kritiek op het uiterlijk, het gedrag of de meningen (29,3%)
De studie presenteert meer gedetailleerde trends. Zo blijkt dat non-binaire personen vaker aangeven kritiek te krijgen op hun uiterlijk, gedrag of meningen. Personen die aan crossdressing doen en transgendervrouwen geven vaker aan promoties mis te lopen.
De enquêtes gingen over negatieve ervaringen op het gebied van zorg voor transgenders. De respondenten werden gevraagd naar hun negatieve ervaringen en discriminatie in de zorg in verband met hun transidentiteit.
In 2024 waren de meest gemelde ervaringen:
- moeilijke toegang tot zorg (52,7% van de antwoorden varieerde van ‘soms’ tot ‘altijd’);
- (33,6%);
- problemen met de administratie (22,2%).
De studie presenteert meer gedetailleerde trends. Zo blijkt dat non-binaire personen vaker verkeerd worden aangesproken. Personen van buitenlandse afkomst geven vaker aan dat ze zorg van mindere kwaliteit krijgen. Ten slotte worden respondenten met een handicap vaker bekritiseerd om hun uiterlijk, hun gedrag of hun mening, en worden ze vaker onderworpen aan beperkingen wat betreft het contact met andere patiënten.
De deelnemers aan de enquêtes moeten vaak een beroep doen op verzekeringen. Ook hier kunnen ze problemen ondervinden vanwege hun transidentiteit. In 2024 meldde 15,6% van de respondenten die zelf hun verzekering beheren ten minste één probleem.
De onderstaande grafiek toont welke problemen de respondenten de afgelopen twee jaar op het gebied van verzekeringen hebben ondervonden als gevolg van hun transgender- of non-binaire identiteit of hun crossdressing. Meerdere antwoorden waren mogelijk.
In 2024 waren de meest voorkomende problemen:
- problemen met de verplichte ziektekostenverzekering of de mutualiteit (8,4%, ofwel 58 personen);
- problemen met de vergoeding van medische kosten door de hospitalisatieverzekering (7,3%, ofwel 50 personen);
- problemen bij het afsluiten van een hospitalisatieverzekering (3,2%, ofwel 22 personen).
De respondenten die de optie “andere problemen” hebben aangekruist, meldden voornamelijk administratieve problemen (bijvoorbeeld in verband met de wijziging van hun voornaam).
Van de personen die in 2024 minstens één negatieve ervaring meemaakten, heeft slechts 8,6% een klacht ingediend wegens discriminatie op grond van hun transgender- of non-binaire identiteit en/of hun crossdressing, genderexpressie en/of medische of sociale transitie. Personen met een handicap hebben vaker een klacht ingediend (11,3%) dan personen zonder handicap (5,8%).
In 2024 hebben de belangrijkste redenen voor klachten betrekking op ervaringen met discriminatie:
- op school of universiteit (als student of ouder) (24,1%);
- bij contacten met ambtenaren of openbare diensten (22,4%);
- bij contacten met personeel in de gezondheidszorg of sociale diensten (20,7%);
- op het werk (19%).
De onderstaande grafiek toont de instanties waarbij de respondenten een klacht hebben ingediend. In 2024 werden de meeste klachten ingediend bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen en/of bij HR, een vertrouwenspersoon of een preventieadviseur.